Waterstraalsproeiers van wolfraamcarbide

(1) onder bepaalde omstandigheden, zoals de diameter van de spuitmond, de injectiehoek en de sproeiafstand, geldt: hoe hoger de straaldruk, hoe beter het rotsbrekende effect zal zijn;

(2) Onder de voorwaarde dat de diameter van het mondstuk, de injectiehoek en de bewegingssnelheid van het mondstuk constant zijn, neemt de optimale spuitafstand toe met de toename van de druk, tot 32,5 maal de diameter van het mondstuk bij 200 MPa;

(3) De essentie van de bewegingssnelheid van de straalpijp is om de actietijd van het gesteente dat door de straal erodeert, weer te geven. Wanneer deze snelheid lager is dan 2,9 mm/s, heeft deze weinig invloed op het erosie-effect van het gesteente.

(4) Wanneer de druk lager is dan 150 MPa, neemt de straaldruk toe en neemt het volume dat per eenheid vermogen wordt gebroken, snel toe. Wanneer de druk echter verder stijgt, neemt het volume dat per eenheid vermogen wordt gebroken, licht af en is de efficiëntie van het breken van de rotsen het hoogst bij 150 MPa.

(5) ultrahoge druk sproeier beweegt in voorwaartse modus, met het beste rotsbrekende effect en de beste injectiehoek van 12,50.